Conventie waarbij de eerste herbieding van de antwoordende hand in de enige nog niet geboden kleur (en zonder sprong) de openaar vraagt zijn kaart nader te omschrijven. Voorwaarde is dat het een ongestoord biedverloop betreft, waarin geen sprongbiedingen zijn gedaan of reverse is geboden. Het bod in de vierde kleur belooft noch ontkent een bepaalde lengte in deze kleur, maar geeft wel een zekere puntenkracht aan (ten minste 10 à 11 punten).
Voorbeeld:
West wordt in dit geval gevraagd zijn eventuele schoppensteun of zijn eventuele ruitenstop te melden.
Ook in andere situaties kan het bod in de vierde kleur als conventioneel beschouwd worden:
West heeft reverse geboden en daarmee een sterk spel getoond. Het bod van 3♣ kan nu op iets zwakkere handen gedaan worden.
Oost heeft met 2♥ het bieden al mancheforcing gemaakt. Zijn 3♣-bod kan een echte kleur beloven, doch ook bedoeld zijn als vraag naar een klaverenstop.
Ook door de openaar kan de vierde-kleur-conventie worden toegepast:
West vraagt met 3♦ naar een ruitenstop bij oost.
Over de volgende situatie bestaat enige discussie:
Afgesproken kan worden dat in dit vierde-kleur-geval 1♠ gewoon een echte kleur belooft.
