Bijzondere speelwijze waarbij de leider, meestal met het oog op een mogelijk ongunstig zitsel in een belangrijke kleur, een slag in die kleur weggeeft door in beide handen een kleine kaart te spelen.
Voorbeeld:Zuid speelt 6♠ en krijgt ♥V uit. De leider telt elf vaste slagen en de beste kans op de twaalfde biedt de klaverenkleur. Stel dat hij begint met ♥A, vier rondjes troef, klaveren naar het aas, ♣H en klaveren getroefd. De klaveren vallen niet en het contract gaat down.
Zuid moet na het trekken van de troef een klaveren ‘uitduiken’ (coup en blanc). Hij neemt de nagespeelde ruiten of harten in de hand, steekt over naar ♣A en probeert ♣H. Zitten de klaveren niet rond, dan troeft hij een klaveren af in de hand. Op tafel ligt dan nog een vrije klaveren met ♦H als entree.