Henricus; geb. Eindhoven 10 december 1791, overl. (verdronken) bij Luik 1856.
Werkte in Antwerpen, Zuid-Frankrijk, Eindhoven 1819-1820, 1830, Den Bosch 1820-1825, Brussel 1825-1843, Breda 1844. Leerling van de Antwerpse Akademie v. B.K. en later van E. W. J. Bagelaar (etsen 1819).
Medewerker van A. A. E. van Bedaff Van 1820 af direkteur van de Tekenakademie in Den Bosch. Aanvankelijk zou hij in de handel gaan, doch zijn liefhebberij voor de schilderkunst kreeg de overhand. Schilderde portretten, ook in miniatuur, historische voorstellingen en genrestukken.Tentoonstellingen Haarlem in 1825, Den Haag in 1819,1825,1827,1839 en 1841 en Amsterdam 1828,1830 en 1844: het portret van een beroemd schilder wordt aan twee dames getoond; Maria Stuart en haar sekretaris; dame in satijn; EINDHOVEN -Museum Kempenland: tekeningen (zie K. Vermeeren: ‘Tekeningen door Hendrik Turken in het bezit van het Museum Kempenland Eindhoven’), LEIDEN -Rijksprentenkabinet: zelfportret, 1823 (krijttekening). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: damesportret (gem. H. Turken).
Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.