Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Nachtweh

betekenis & definitie

Johannes Hendrik Frederik Coenraad (‘Frederik’); geb. Deventer 21 februari 1857, overl.

Rotterdam 1 maart 1941. Woonde en werkte in Deventer tot 1878, Amsterdam en van 1884 af in Rotterdam. Leerling van de Tekenschool te Deventer (tot 1878) olv. J. Striening, van de Rijksakademie te Amsterdam (1878—1884) olv. A.

Allebé en B. Wijnveld jr. Schilderde, aquarelleerde en tekende landschappen, stadsgezichten, figuurstukken, portretten en enkele stillevens, meestal in de trant van de Haagse School, met gevolg dat veel ‘Nachtwehs’ van de signatuur ontdaan werden en met de naam van een meer bekende ‘Haagse Scholer’ voorzien werden. Was jarenlang leraar aan de Akademie v. B.K. te Rotterdam. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Gaf les aan P. F. N. J. Arntzenius, E. M.

J.J. A. Biermans, M. T. Boender,G. B. Boeve, W. Boon, R. van der Borden, A. Broere, A. C. Canta, C. van Dijk, J. J. van Heel, J. A. Herfst, J. Hessing, C. Hioolen, A. B. Kelder, H.J. H. A. Kempe, G. D. Labots, H. J. M. van Lamoen, J. C. L. Landré, R. van La vieren, C. G. van Leeuwen, H. G. Luitwieler, E. Mees, H. E. Mees, J. Ponse, H. A. Ravenswaaij, K. van Rees, H. Veenendaal, A. J. Verhorst en E. F. C. WarfFemius.

Tentoonstellingen Amsterdam, Rotterdam enz. 1883-1905: studiekoppen; op weg naar huis; onder schafttijd; in ’t atelier; hersteld; een goed onthaal; buurpraatje; publieke verkoping; morsig weer; novemberochtend; gezicht in een buitenwijk; tegen de avond; achtertuintjes; gezicht in Delfshaven; diverse stadsgezichten en landschappen.

MIDDELBURG -Zeeuws Museum: een grauwe dag.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Waller.