Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Koelman, johan philip

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 10 maart 1818, overl.

Den Haag 16 januari 1893. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1839-1842) en van C. Kruseman. Portret- en genreschilder, lithografisch werk; beeldhouwer (ontwerper van monumenten, o.a. het Vrijheidsmonument op Plein 1813); schrijver over kunst. Van 1838-1839 (samen met zijn vriend Adrianus J.

Ehnle) en van 1844-1857 reizen naar Italië, vestigde zich in 1857 blijvend in Den Haag, sedert 1870 direkteur van de Akademie v. B.K. in die stad. Signeerde meestal Philip Koelman. Gaf les aan J. M. Bach, A. van den Berg, E.

M. Th. Bosch, G. H. Breitner, W. L.

Bruckman, G. W. Dijsselhof, D. G. Ezerman, E. R Goteling Vinnis, Ch.

P. Gruppe, H. van der Haes, C. van der Hart, C. M. Heyermans, J. A. Hingman, J.

H. Hollestelle, E. W. Koning, C. Koppenol, A. F.

Lange, J. K. Leurs,J. J. Mesker,J. A. Mondt, J. Thorn Prikker, W. H. P.J. de Zwart,

Tentoonstellingen Den Haag 1841-1872: verscheidene potloodtekeningen; beeldhouwwerken; schilderijen, w.o. rustende herder met zijn vrouw; aan de bron te Cervara; jonge vrouw met vruchten naar de markt gaande; spelende jongens voor het Kapitool te Rome; enz.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een portret (tekening). ENSCHEDE -Rijksmuseum Twenthe: portret van Romolo Koelman op 8-jarige leeftijd, DEN HAAG -Gemeentemuseum: zelfportret; Italiaanse vrouw bij een put; de vrede (aquarel), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller Müller: een tekening. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen naar oude meesters.

Kunstkronijk 1860 (bldz. 38), 1861 (bldz. 34). 1866 (bldz. 2) en 1870 (bldz. 6).

C. Vosmaer: ‘Onze hedendaagsche schilders’, Amsterdam 1883.

Gram 1880; Immerzeel; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.

< >