Geb. Utrecht 7 januari 1872, overl.
Haarlem 13 oktober 1957. Woonde en werkte in Amsterdam, Rotterdam en vnl. in Haarlem. Leerling van de Rijksnormaalschool olv. J. D. Huibers en Th.
H. A. A. Molkenboer, de Rijksakademie te Amsterdam olv. A. Allebé, C.
L. Dake en F. K. A. C. Leenhoff en van de Akademie v.
B.K. te Rotterdam olv. S. Miedema en J. Striening. Schilderde en tekende figuren, portretten en vooral Haarlemse stadsgezichten. Tekende uitstekende spotprenten, illustrator.
Leraar aan de Kunstnijverheidsschool te Haarlem; kunstkriticus voor diverse Haarlemse dagbladen, enz. Was lid van ‘Kunst zij ons Doel’ te Haarlem. Gaf les aan L. H. H. Schutte.HAARLEM -werk in het Frans Halsmuseum.
Luns; Mak van Waay; Scheen 1969.
