Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Huibers

betekenis & definitie

Jan Derk; geb. Deventer 27 december 1829, overl.

Zeist 7 april 1919. Werkte in Antwerpen tot 1855, Amsterdam tot 1859, Utrecht tot 1867, Den Haag tot 1869, Zwolle tot 1881, Amsterdam tot 1912, Zeist tot 1919. Kreeg les op de tekenschool te Deventer olv. J. A. Jansen Vredenburg en was leerling van de Akademie v.

B.K. te Antwerpen. Tekenonderwijzer, tevens genre- en figuurschilder. In 1871 verkreeg hij voor zijn schilderij ‘van huis geweest’ op de Amsterdamse tentoonstelling de kon. gouden aanmoedigingsmedaille. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan C. W.

G. Bakker, A. J. Breman, A. M. E.

Bruin, J.J. Damme, F. W. M. Deutmann, J. Dooijewaard, L.

Gestel, J. H. L. Hanau, C. Huizinga, G.J. H.

KerkhoffJ. C. Kerkmeijer, L. P. Keijser, A.J. de Jong, J. L. van Ishoven, R.

Lensselink, D. W. Meeles, X. A. F. L.

Münninghoff A. H. Obreen, D. H. Nijland, J. P.

Ponstijn, G. W. C. Rueter, G. G. Schenck, C.

A. Smout, B. H. Stomps, G. M. Tamson,E. E. G. van der Ven, M. C. Th. Vermeulen, Tj. Visser, G.J.J. van Vliet, D. de Vries Lam, R. W. P. de Vries, J. H. Weijns, H. Wouters.

Tentoonstellingen Amsterdam 1874-1899, Den Haag 1859-1883 en Rotterdam 1867-1891: Twents interieur; twee kinderen met hun zieke moeder voor het ziekenhuis; het dagelijks brood; wij schelen maar een jaartje; nog zonder bril; de berisping van de schooljongen; de gezellige jager; enz.

AMSTERDAM -Stedelijk Museum: de dronkaard (gem. J. D. Huibers 1876). DEVENTER -Museum De Waag: enige jeugdwerken, w.o. portretten (zelfportret, 1854), enz.

Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Van Hall port.