Vloeken zijn reeds op zeer oude graven te vinden. De inscripties dienden ertoe om grafplunderaars af te schrikken, want men hechtte in die tijden veel geloof aan de gevolgen van een vervloeking.
Vervloeking en woordmagie hebben een lange traditie, maar wat er tegenwoordig van de kunst en de techniek van het vloeken, is overgebleven, is armzalig te noemen, want veel verder dan ‘shit’ brengt men het niet. Vroeger, toen in ons cultuurgebied er meer dingen heilig waren, konden vloeken aan sacrale taboes raken. Om de namen van God en de duivel in een vloek te vermijden, werden ze vervangen en worden ze vandaag de dag deels in de minder harde vorm gebezigd (bastaardvloeken). Zo betekenen potverdomme! of gatverdamme! in wezen godverdomme! En met jesses! bedoelen we eigenlijk Jezus! Door het gebruik van termen als goede grutten! Verdulleme! Godfried Bomans! of rododendron! kunnen we ‘netjes’ vloeken.