De drie eerste viooltjes die men in de lente tegenkomt werd reeds in een receptenverzameling uit de zesde eeuw, de Antidotarium Bruxellense, een bijzondere geneeskracht toegeschreven. Beweerd wordt dat u ze het hele jaar kunt bewaren ter aanwending in voorkomende gevallen.
U kunt ze echter ook meteen opeten na het plukken.→ Volksgeneeskunde.