Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Maan

betekenis & definitie

Is volgens de nieuwste inzichten van astronomen ontstaan toen de aarde zo’n vierenhalf miljard jaar geleden met een onbekend hemellichaam in botsing kwam. Vanuit een reusachtige materiewolk heeft de maan zich daarna gevormd.

Eb en vloed worden voor ongeveer 60 procent door de maan beïnvloed (de rest neemt de zon voor haar rekening). De maan beweegt zich om de aarde volgens een Keplerbaan in 27,32166 dagen. De maanfases hangen af van de positie van zon, maan en aarde. Omdat de maan geen dampkring heeft kan men het oppervlak heel goed waarnemen. Het maanlicht is gereflecteerd zonlicht. De gemiddelde afstand tot de aarde bedraagt 384.403 kilometer.

Zonder de maan zou de aardas niet stabiel zijn. De aarde zou voortdurend kantelen, wat tot apocalyptische klimaatrampen zou leiden. Dit zijn de objectieve feiten. Maar dan scheiden zich de wegen.

De ‘mooie, stille kameraad van de nacht’ (Klopstock) was reeds voor de mensen in de oudheid een raadsel, een bron van allerlei mythen, en naast de zon het belangrijkste hemellichaam.

Al snel had in het volksgeloof de overtuiging vaste voet gekregen dat de maan en de maanfases van invloed waren op het reilen en zeilen van de aarde. Alles wat bij wassende maan ondernomen werd, had een goede kans van slagen, bij afnemende maan dreigden moeilijkheden en mislukkingen. Wassende maan werd bijvoorbeeld beschouwd als een gunstige tijd om te trouwen, het betrekken van een nieuw huis of kappersbezoek. Afnemende maan zou echter gunstig zijn voor het verwijderen van eksterogen, voor de genezing van wonden in het algemeen, en voor het uitzaaien van knolgewassen en peulvruchten - graan en koren gedijen volgens de overlevering beter bij wassende maan. Van degenen die bij nieuwe maan geboren waren, werd beweerd dat ze onvruchtbaar waren. Volgens het Zeitschrift fur österreichische Volkskunde gingen jonge vrouwen die grotere borsten wilden, "s nachts bij volle maan met onblote boezem voor het open raam staan onder het uitspreken van: “Heer Maan / Laat uw schijnsel over mijn borsten gaan / Dan zullen ze spoedig ontluiken / En groot worden als kruiken.’” Andere spreuken en raadgevingen: ‘Als de maan vol is, schijnt hij overal’: wie rijk is, deelt licht wat uit; wie overvloed heeft is mild (K. ter Laan, Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen, Elsevier, 1988). ‘Schijnt de maan vaal en geel, dan volgt er gewoonlijk regen; schijnt hij rood, dan betekent dat wind; is hij wit en hel, dan kan er op mooi weer worden gerekend.’ ‘Is het binnen een maand twee keer volle maan, dan volgt er een muizenplaag.’ ‘Hij heeft tegen de maan gepist”: hij is met de kous op de kop thuisgekomen (K. ter Laan, Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen, Elsevier, 1988).

De maan-wijsheden worden, vooral op het platteland, zonder veel ophef van generatie op generatie doorgegeven, en de maan draait haar rondjes en wast en neemt af. Maar op de 20ste juli van het jaar 1969 waren alle ogen van de wereld op de maan gericht, toen in het kader van het Apollo-programma Neil Armstrong en Edwin Aldrin als eerste mensen voet op de maan zetten.

Deze technologische en wetenschappelijke sensatie werd gevolgd door een esoterische opbloei, die vanaf het begin van de jaren zeventig een verbazingwekkende herbezinning inluidde op de feitelijke en vermeende invloeden van de maan. Er werden maankalenders bestudeerd, maandiëten volgden, de godin van de maan beleefde een hergeboorte, en ‘alternatieve meubelfirma’s beweerden dat het hout van hun meubels in een bepaald jaar tijdens een bepaalde maanfase was gekapt, en daarom van betere kwaliteit was’ (Buchkultur, 7/1996). Steeds meer mensen gaven zich over aan de maan ofwel aan boeken over de maan en dan met name aan de bestseller In harmonie met de maan van Johanna Paungerr en Thomas Poppe. Als men naar de oplagen kijkt, dan is het duidelijk dat sindsdien honderdduizenden mensen in West-Europa zich voor operaties, tandartsafspraken, het plukken van kruiden, het onderhoud van de tuin, het schoonmaken van de woning, de verzorging van haren en huid, volledig op de maan richten, want voor bovenstaande (en voor nog veel meer) geeft Johanna Paungger - die zich uitdrukkelijk beroept op de kennis van haar grootvader - talloze ‘lunatieke’ tips.

In Don Juan dichtte Lord Byron (1788-1824): ‘De maan spiedt vanuit zijn sterrenrijk / stil, in diep geheim; hij regeert de narren, / De vloed der zee, ’t verstand van wijze wezens, / En ook jouw hart, zoals we in gedichten lezen.’