Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Elfen

betekenis & definitie

In de Noord-Europese mythologie waren de lichtelfen en lichtfeeën de mensen goed gezind - in tegenstelling tot de boze elfen, die gewoonlijk iets in hun schild voerden -, ze glinsteren en zweven ook door literaire getuigenissen van de Duitse Middeleeuwen (bijvoorbeeld in de liederen van de Thüringse minnezanger Heinrich von Morungen) en door de sprookjes van de gebroeders Grimm. Echter, met de massale landontginningen, de aanleg van wegen en straten, en ten slotte het autoverkeer met zijn lawaai en uitlaatgassen, hebben ze zich vermoedelijk uit Midden-Europa teruggetrokken en tegenwoordig worden ze nog in Ierland en vooral in Ijsland gezien.

Reykjavik kent inwoners als Erla Stefansdottir en Magnus Skarphedinsson, die zich serieus met de elfenwereld bezighouden. Mevrouw Stefansdottir heeft een gedetailleerde plattegrond van Ijsland samengesteld met de woonplaatsen van de elfen, feeën en dwergen (Landkaart van de verborgen wereld). De heer Skarphedinsson, historicus en hoofd van een school voor elfenkunde, meent:‘Dat veel mensen elfen nog nooit gezien hebben, wil niet zeggen dat ze daarom niet bestaan (...). Ik ken zo’n zeventig IJslanders die gedurende een lange periode met elfen gesprekken hebben gevoerd (...). Voor zover men weet, hebben elfen het meeste weg van een geïsoleerde volksstam, die onder relatief primitieve omstandigheden in eigen dorpen woont - het verschil is dat ze in een andere dimensie leven. Ze beschikken over onzichtbare paarden, eten onzichtbare vis, en worden geboren en sterven.’

Wie in Ijsland bomen wil kappen, raadpleegt daarvoor eerst Erla Stefansdottir, want als de leefomgeving van de elfen niet gerespecteerd wordt, kan het volgens de overtuiging van vele IJslanders gebeuren dat ‘de kippen plotseling geen eieren meer leggen, bewoners getroffen worden door de meest raadselachtige ziekten, en andere verontrustende dingen’.

Een zeventienjarige scholier uit dit land van geisers en vulkanen, Ivar Sveinsson, had in 1994, tijdens een rockconcert, een onvergetelijke ontmoeting met een elf: ‘Wat ik heb meegemaakt, was niet het resultaat van verdovende middelen, en ook behoor ik niet tot die zweverige New Age-types. Het was pure seks.’

Wolfgang Müller en Ogar Grafe twijfelen niet aan Ivars verhaal (‘Dit is geen hersenspinsel, elfen bestaan wel degelijk’). Uitgerekend in Berlijn, de stad met wel duizend bouwterreinen, organiseren ze een Schöneberger Elfenrundgang (overigens naar aanleiding van een bezoek van Erla Stefansdottir).

< >