elfen
elfen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elf ♢ Hij houdt erg van sprookjes over elfen en kabouters. Zie ook elven
Wiktionary (2019)
elfen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elf ♢ Hij houdt erg van sprookjes over elfen en kabouters. Zie ook elven
Walter Gerlach (2000)
In de Noord-Europese mythologie waren de lichtelfen en lichtfeeën de mensen goed gezind - in tegenstelling tot de boze elfen, die gewoonlijk iets in hun schild voerden -, ze glinsteren en zweven ook door literaire getuigenissen van de Duitse Middeleeuwen (bijvoorbeeld in de liederen van de Thüringse minnezanger Heinrich von Morungen) en d...
Dr. A. van Anken (1961)
Goddelijke wezens van lager orde. Zij hebben een mensengestalte en zijn soms lichtelfen en betoverend schoon, soms zwarte elfen, klein en afstotend.
Winkler Prins (1949)
in Germ. myth.: geesten in menselijke gedaante, die de mens behulpzaam zijn en houden van muziek en dans op open bosplekken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: