Het is omstreden waarom de eerste april tot een internationale grappendag is geworden. De verklaringen reiken van Noach, die op 1 april een duif van de ark losliet om land te zoeken, al het land was echter overstroomd, via Jezus, om hem te bespotten stuurde men hem ‘van Pontius naar Pilatus’, tot aan de Augsburger Rijksdag in de zestiende eeuw. ‘Op de Rijksdag te Augsburg (1530) werd om standaardisatie in het muntwezen te verkrijgen, 1 april tot bijzondere dag van de munt benoemd.
Deze 1 april nodigde uit tot wilde speculaties. Als de dag van de munt niet plaatsvond, dan werden deze ongelukkige speculanten hartelijk uitgelachen. Sindsdien is 1 april een dag van grappen en gekkigheid/ volgens de Solothurner Volkskalender van 1873.In elk geval is het tegenwoordig nog steeds een geliefde bezigheid om vrienden of collega’s op 1 april met een onzinnige opdracht lastig te vallen of voor de gek te houden. Ook dagbladen foppen hun lezers met vergaande snaaksheden, maar de bijgelovigen hebben op deze dag eerder kippenvel dan lachrimpels. De eerste april geldt voor hen als een uitgesproken ongeluksdag. Men beweert dat de duivel op deze dag in de hel belandde en dat Judas op 1 april zijn verraad pleegde. Alle voorzorgsmaatregelen voor vrijdag de dertiende zijn ook voor de eerste april van kracht: ‘Wat men op deze dag onderneemt, mislukt.’ (Schramek, Der Böhmerwaldbauer)
→Augustus, 1.
