In Palestina was een zeer verschillende munt in omloop. Tempelgeld (o.a. de tempelbelasting) mocht echter slechts met Tyrische munt betaald worden, zodat w. onontbeerlijk waren.
Deze plaatsten hun wisseltafels in de tempelhof, vanwaar Jezus hen verdreef, vanwege hun oneerlijke praktijken, Matt. 21 : 13; Marc. 11 : 17, daar zij zich boven het geoorloofde opgeld van 4% (de w. heetten o.a. „opgeldmannen”) vooral ten koste van argeloze vreemdelingen uit de Diaspora bedriegelijk bevoordeelden.Het woord w. is de vertaling van 3 verschillende Gr. grondwoorden, waarvan één afgeleid is van de geldtafel (trapeza) waaraan hij zat: trapezitès, Matt. 25 : 27. Dit „tafelier” is met ons „bankier” te vergelijken. Zie A. Sizoo, De Antieke Wereld en het N.T., Kampen, p. 75 v.