wisselaar
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...laren, -s), 1. iem. die geld wisselt, bij wie men zijn geld tegen andere soorten kan inruilen: de wisselaars in de tempel (vgl. Matth. 21 : 12); tal van handelaars, icisselaars, kooplui verdrongen zich in de basilieken en portieken van het Forum (Couperus); 2. toestel om te wisselen; platenwisselaar.
Wiktionary (2019)
wisselaar - Zelfstandignaamwoord 1. apparaat waarmee men iets kan wisselen 2. iemand die geld wisselt, een geldwisselaar Woordherkomst Naamwoord van handeling van wisselen met het achtervoegsel -aar
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
In Palestina was een zeer verschillende munt in omloop. Tempelgeld (o.a. de tempelbelasting) mocht echter slechts met Tyrische munt betaald worden, zodat w. onontbeerlijk waren. Deze plaatsten hun wisseltafels in de tempelhof, vanwaar Jezus hen verdreef, vanwege hun oneerlijke praktijken, Matt. 21 : 13; Marc. 11 : 17, daar zij zich boven het geoorl...
M. J. Koenen's (1937)
m. wisselaars, wisselaren (iem., die groot geld ruilt voor klein geld, ook vreemde munten omzet; geldhandelaar); de wisselaars i. d. tempel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s, -laren), 1. iemand die geld wisselt, bij wie men zijn geld tegen andere soorten kan inruilen; 2. platenwisselaar.
J. Hagers (1910)
Wisselaar - hij, die zijn bedrijf maakt van het inwisselen van vreemde muntspeciën, vreemd papiergeld, buitenlandsche banknoten, enz.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: