de stad van Paulus, Hand. 9 : 11, een niet onvermaarde stad in Cilicië, Hand. 21 : 39. Het was gelegen aan de rivier Cydnus ongeveer 20 km van de Middell.
Zee. T. was een oude stad, want de naam komt al voor in de tijd van Salmanassar, koning van Assyrië in 833 v. C. Toen de Romeinen in 64 v. C. de provincie Cilicia vormden, maakten zij T. tot hoofdstad. De stad was vermaard om de scholen, die wedijverden met die van Athene en Alexandrië. In T. vond men de oude Oosterse beschaving en de nieuwe Griekse cultuur bijeen. Het godsdienstig leven der bewoners was treurig. De hoofdgod was Baäl-Tars, „de hoofdgod van T.”; men kent de afbeelding van munten, waarop hij is gezeten op een stoel met korenaren en wijndruiven.