Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

SYNAGOGE

betekenis & definitie

is een huis, waarin de Joden God vereerden en waarin zeer bepaald ook de wet werd bestudeerd (leerhuis). In de N.T.ische tijd vindt men overal, waar Joden woonden, s.

Niet alleen in Palestina buiten Jeruzalem, maar ook te Jeruzalem, waar de tempel was. waren vele s., dit ook in verband met het taalverschil (Aramees-Grieks), Hand. 6 : 9. S. waren er ook in de verstrooiing. Paulus kan vrijwel overal naar de s. gaan om daar aan de Joden en de godvrezende heidenen, de heidenen die met de Joden meeleefden, het evangelie te verkondigen. Soms is sprake van een gebedsplaats, Hand. 16 : 13, waarbij sommigen aan een s. denken, anderen aan een plaats, waar men samenkwam om God te dienen, wijl er geen Joden genoeg waren om een s. te bouwen. Hoe en waar de s. ontstaan is, weten we niet. Het meest waarschijnlijke is, dat ze ontstaan is in de dagen van en na de ballingschap, toen de Joden zich verspreidden, niet meer konden opgaan naar de tempel, doch in eigen omgeving een plaats van eredienst moesten bouwen. Van de dienst in de s. krijgen we althans enigermate een voorstelling door Luc. 4 : 16 v.; Hand. 13 : 14 v. Er werd een gedeelte voorgelezen uit de wet en de profeten (vaste stukken, die waarschijnlijk destijds reeds voor de verschillende tijden van het jaar waren aangewezen) en daarna was er gelegenheid voor een vrije prediking. De dienst werd waargenomen door de aanwezige Joden. Er waren wel oversten der s., doch die hadden een administratieve en ordebewarende functie, waren geen ambtsdragers. Behalve de diensten op de sabbat, werd dagelijks van de s. gebruik gemaakt voor de studie der wet. Uit de ruïnes van enkele oude s., o. a. die te Kapernaüm, heeft men zich een voorstelling kunnen maken van de inrichting van het gebouw. Het was een langwerpige ruimte. Aan een der smalle zijden bevond zich een kast om de wetsrollen te bewaren, de ark; aan de andere de ingang. Langs de wanden liepen banken, die boven elkaar waren gemaakt, zodat de hoogzittenden de voeten hadden op de zitplaats der lager gezetenen, Jac. 2 : 3. Behalve voor de Godsverering werden de synagogen ook gebruikt voor burgerlijke doeleinden. Er werd in gestraft, gegeseld, Matt. 10 : 17, soms ook wel rechtgesproken. Zo was de s. het plaatselijke middelpunt van het Joodse leven.Grote synagoge noemt men het college, opgericht door Ezra en Nehemia, dat na de ballingschap de teruggekeerde Joden weer trachtte te brengen tot de juiste dienst van God en godsdienstige moeilijkheden poogde op te lossen. Het bestaan van deze grote s. is in twijfel getrokken.

< >