De zegelring, die oudtijds wel aan een keten om de hals werd gedragen, Gen. 38 vs 18, droeg men later aan één van de vingers van de rechterhand, Jer. 22 : 24. Gewone r. werden vooral door vrouwen gedragen.
Het edelgesteente voor zegelr. gebruikt, Ex. 31 : 5; 35 : 33, droeg men ook in gewone r., Hoogl. 5 :14. Men graveerde met de diamanten punt van een ijzeren stift, Jer. 17 : 1.