Dit woord kan betekenen: het razen, onstuimigheid, woestheid, trots. Het komt voor Job 9 : 13; 26 : 12; Ps. 87 : 4; 89 : 10; Jes. 30 : 7; 51 : 9.
Op al deze plaatsen, behalve Job 9 : 13; 26 : 12, kan het opgevat worden als een zinnebeeldige naam voor Egypte. In Job 9 : 13 kunnen wij bij „Rahab” denken aan een mythisch wezen, een monster, hetzij hieronder dan verstaan moet worden Tiàmat (het zeemonster bij de Babyloniërs) hetzij een andere figuur uit de Oosterse sagenwereld. Job heeft dan dergelijke mythologische voorstellingen gekend. Hij was trouwens geen Israëliet, zie Job. Job 26 : 12 is de keuze tussen de twee vertalingen, die wel mogelijk zijn, moeilijk. Men kan hier n.l. vertalen: „Rahab”, doch ook: „het bruisen” of: „de onstuimigheid”.