Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

PAPIER

betekenis & definitie

Slechts eenmaal is in de H. Schrift sprake van papier, 2 Joh. : 12.

Dit is te verklaren, omdat algemeen aangenomen wordt, dat de Papierplant (Cyperus Papyrus) pas in de Grieks-Rom. tijd in Palestina werd ingevoerd. Thans is de papyrusplant daar nog in verschillende moerassen tussen Jaffa en de Karmel in de Kustvlakte te vinden, waar de sierlijke plant sterk opvalt, vooral wanneer in Augustus de 3—4 m hoge, slanke stengels de veelbloemige „aren” dragen. Ook op vele plaatsen in het Jordaandal, bij de Zee van Tiberias en in de Hoelé-moerassen vertoont de Papyrus haar schoonheid. Eens waren de papyrusplanten het sieraad van de Nijl, maar thans moet men ver naar het Z., naar de bronrivieren van de Nijl om de plant te vinden. Beneden-Egypte was ook niet het eigenlijke vaderland van de plant. Zij hoort thuis in Nubië, Abessynië en tropisch Afrika, vanwaar ze ten tijde van de bloeiende cultuur in Egypte overgebracht werd om bij de teruggang daarvan weer te verdwijnen. Haar grootste roem heeft de plant ontleend aan het gebruik van de stengels voor het p. De driehoekige, afgeronde, zware stengel werd gespleten en het vrijkomende merg in uiterst dunne repen gesneden. De mergstroken werden dan met de kanten aan elkaar gelijmd met behulp van tarwestijfsel. Daarna werd een dergelijke laag er dwars over heen gelegd en gelijmd. Het geheel werd nat gemaakt, geperst, vervolgens gedroogd en glad gemaakt. Dit gebruik is zeer oud (papyri). Verder maakten de Egyptenaren van verschillende delen van de plant gebruik voor het vervaardigen van touw, matten en dakbedekking. In hoeverre wij bij het „biezen kistje” van Mozes (Ex. 2 : 4) en de „schepen van biezen” der Ethiopiërs (Jes. 18 : 2) aan de papyrusplant te denken hebben, is moeilijk uit te maken. Jes. 19 : 7 heeft in de St.Vert. „papiergewas”, het daar gebruikte woord ārōth dient echter door „velden” vertaald te worden, waarmede dan bedoeld worden de „slibvelden” aan de oevers van de Nijl, die met koren bezaaid werden.

< >