de stad in Galilea, waar Jezus tot zijn 30e levensjaar verbleef. Alle 4 Evangelisten verklaren de bijnaam Nazarener uit de naam van de toenmaals welbekende stad N., Matt. 2 : 23; Marc. 1 : 9; Luc. 2 : 39; Joh. 1 : 46.
In het O.T. wordt de stad niet genoemd. Maar er hebben veel plaatsen bestaan, waarvan de naam in de Bijbel niet voorkomt. De stad, die nu En-Nasira heet, ligt aan de Z.zijde van de berg Dsjebel es Sih (bij het graf van Nebi Sain), en deze berg verheft zich aan de N.zijde van de vlakte van Jizreël. Zo ligt N. op de hoogte (ongeveer 350 tot 400 m). De stad is gebouwd in de nabijheid van een bron; deze Mariabron is voor de heilige herinnering van waarde, omdat deze plaats „echt” is, want gewijde verbeelding mag zich voorstellen, dat Maria en het Kind Jezus hier dagelijks kwamen om water te halen. In de stad worden verschillende plekken gewezen welke herinneren aan de heilige familie. Zo is een kerk gebouwd boven de woning, waarin Maria was, toen de Engel Gabriël haar de aankondiging deed van ’s Heilands geboorte. Daar is de z.g. heilige grot, en daar is een altaar met het opschrift Verbum caro hic factum est. Hier is het Woord vlees geworden. Deze kerk wordt het eerst vermeld in het jaar 570. Nu was N. gedurende de eerste eeuwen door Joden bewoond en eerst sedert Constantijn de Grote woonden hier Christenen. Het is dus wel de vraag, of men toen in N. de plaats van Maria’s huis kon aanwijzen. Bovendien is het dan vreemd, dat (indien toen daar een kerk zou gesticht zijn), Paula, die Nazareth in 385 bezocht, daar niet van spreekt.In Nazareth wordt ook de plaats van de synagoge gewezen, waar Jezus sprak over Jes. 61 : 1 en 2, waarbij Hij zeide, dat deze woorden vervuld waren, Luc. 4 : 16. Het is niet uitgesloten, dat in de dagen van Christus’ omwandeling op aarde hier de synagoge stond. Thans is er de kerk van de geünieerde Grieken. Het is niet te zeggen, waar de plek geweest is, waar men Hem van de steilte wilde werpen, Luc. 4 : 29. Wie de hoogte van Nebi Sain bij de stad beklimt, vindt daar een wijd uitzicht en stilte. Wellicht mogen wij ons voorstellen, dat de Heiland hier gebeden heeft. Wie op die hoogte staat, ziet ook verschillende plaatsen met O.T.ische herinneringen, b.v. de Karmel, de Thabor, de vlakte van Jizreël. En wanneer men zich dan voorstelt, hoe het openbare leven en de handelswegen in de eerste eeuw waren, ziet men, dat N. toen nabij de grote wegen van het verkeer was gelegen, en dat het Kind Jezus is opgegroeid niet binnen een omtuining, die de wereld buitensloot, maar te midden van rumoer en schandaal. De grote les, die Nazareth leert, is van een onbevlekte jeugd temidden van een boze wereld.
Thans is En-Nasira een stadje, dat een zekere bloei geniet door de pelgrims en toeristen. Het heeft verschillende kerken, kloosters, ziekenhuizen, scholen, en had in 1948 15.540 inwoners.
