Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

METSELAAR

betekenis & definitie

In Israël waren bij het bouwen der huizen de bouwlieden: steenhouwer, metselaar, en timmerman in één persoon. Bij grote werken als de tempelbouw was er verdeling van arbeid en dan is er ook van m. sprake, 2 Kon. 12 : 12; 22 : 6.

Van metselwerk wordt gesproken bij het toemuren van bressen, Jes. 58 : 12; Am. 9 : 11; als cement deed een mengsel van metselspecie (kalk) of leem dienst, Ez. 22 : 30.

< >