is een minder plastische kleisoort met meer zand en ijzeroxyde, doch minder kalk. L. werd in de Israëlietische tijd gebruikt door de pottenbakkers en bij het bouwen van huizen.
Het l. werd met de voeten gekneed, Jes. 41: 25; Nah. 3 : 14, en door middel van een pottenbakkersschijf in een bepaalde vorm gebracht, Jer. 18 : 3, 4, 6. De gewone huizen trok men op uit gedroogde tegels en sycomorenhout, Jes. 9 : 9; zij werden bepleisterd met kalk, doch ook met l., Lev. 14 : 42; Jes. 27 : 9; 33 : 12.