Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

KAMELEON

betekenis & definitie

Onder de hagedissen, die in Palestina voorkomen, dient nog afzonderlijk vermeld te worden de K. (Chamaeleon chamaeleon). De k., waarvan het verspreidingsgebied in de eerste plaats Afrika omvat maar ook de Middell.-Zeelanden, hebben altijd zeer de aandacht getrokken, speciaal door hun kleurwisseling („Verkleurmannetjes”).

Deze merkwaardige kleurveranderingen — die vroeger in verhalen sterk overdreven werden — worden veroorzaakt door lichtprikkels of door gemoedsaandoeningen. In de huid liggen kleurstofcellen, die van vorm veranderen, zodat de kleurstofkorrels in die cellen een andere ligging krijgen. Daardoor kan de kleur van het dier groen, geel of bruin worden, dus de kleuren der bladeren vertonen. De k. hebben tangvormige klimvoeten, een z.g. wikkelstaart, d. i. een soort grijpstaart, een tong, die zeer ver uitgestoken kan worden en kleverig is, en dikke, kringvormige oogleden, terwijl de ogen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen.In Palestina zijn de k. zeer algemeen en speciaal daar, waar zo wel bomen als water te vinden zijn. Het dier nadert zijn prooi (gewoonlijk vliegen) zeer omzichtig en vangt die door plotseling zijn tong uit te schieten. Door de aanwezigheid van eigenaardige vertakkingen aan de longen, die tussen de andere weefsels doordringen, is het dier in staat zich op te blazen. Daarom is algemeen de opvatting, dat het woord tĭmsjĕmĕth, dat met „krachtig ademhalen” in verband staat, de naam is voor de k., Lev. 11 : 30, St.Vert. „mol”.

< >