De dochter van Joram, de koning van Juda, de zuster van Ahazia, de koning van Juda, de vrouw van de hogepriester Jojada. J. verstopte Joas, de zoon van Ahazia, toen Athalia het gehele koninklijke geslacht ombracht, en redde zo zijn leven.
Zie 2 Kon. 11 : 2, 2 Kron. 22 : 11. Op laatstgenoemde plaats heet zij Josabath. Zie verder de artt. op de andere bovengenoemde personen.