Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

JOJACHIN

betekenis & definitie

„Jahwe bevestigt”, de zoon en opvolger van koning Jojakim van Juda. 1 Kron. 3 : 16, 17; Ezra 2 : 6; Jer. 24 : 1; 27 : 20; 28 : 4; 29 : 2, heet hij Jechonia of Jechonja, in Jer. 22 : 24, 28; 37 : 1 Chonia. Zijn moeder heette Nehusta en was een dochter van Elnathan.

Zie over deze Elnathan Jer. 26 : 22; 36 : 12, 25 en over de regering van J. 2 Kon. 24 : 8—17; 2 Kron. 36 : 9, 10. Hij was 18 jaar oud, toen hij koning werd, 2 Kron. 24 : 8. 2 Kron. 36 : 9 staat 8 jaar, maar dat zal een schrijffout zijn. Hij regeerde in 597 v. C. 3 maanden (2 Kon. 24 ; 8), nauwkeuriger 3 maanden en 10 dagen (2 Kron. 36 : 9) te Jeruzalem. Hij deed, als zijn vader, wat kwaad is in de ogen des Heren. Toen Nebukadnezar, die wegens de opstand van Jojakim tegen Jeruzalem opgetrokken was, vóór de stad kwam, ging J. met zijn moeder, zijn dienaren, zijn vrouwen en zijn hovelingen naar de koning van Babel, die hem gevangen nam en met al de schatten van de tempel, al de vorsten en al de weerbare mannen, al de handwerkslieden en al de smeden naar Babel voerde. Ook de vrouwen van J. waren daarbij. Nebukadnezar maakte J.’s oom Mattanja koning in zijn plaats en veranderde zijn naam in Zedekia. Zie over deze wegvoering Ballingschap. Na 37-jarige gevangenschap werd J. door Evil-Merodach in het jaar van diens troonsbestijging (562 v. C.) begenadigd en verhoogd. Hij werd toen zijn verdere leven door de koning van Babel onderhouden, 2 Kon. 25 : 27—30; Jer. 52 : 31—34. De 1 Kron. 3 : 17, 18 genoemde zonen van J. zullen in Babel geboren zijn. Zie Sealthiël. In de Joodse overlevering stond J. gunstig bekend. De Schrift geeft daar geen aanleiding voor. Vgl. behalve wat boven werd aangehaald ook Jer. 22 ; 20—30.

< >