„Haroseth der heidenen", Richt. 4 : 2, 1, 16. Deze plaats heeft men sinds Thomson gezocht in El Haritijjeh, een dubbele heuvel op een strategische plaats aan de N.lijke oever van de Kison.
De naam komt overeen met het bijbelse Haroseth. Maar toen de British School hier in 1922 een onderbleek het, dat de huizen van El Haritijjeh op de naakte rots stonden, zonder tussenliggende oude ruïnes. Hier kon dus niet Haroseth geweest zijn. Maar de Engelsen hebben ook andere heuvels onderzocht en zij wijzen nu op de ruïne Tell Harbadsj, die niet alleen voldoet aan de topografische aanwijzingen van het bijbelverhaal, maar bovendien cultuurresten bleek te bevatten vanaf het laat bronzen tijdvak tot aan het 2e ijzeren tijdvak toe. In de tijd der Richteren was hier een ommuurde vesting. Daarom ziet Garstang de Tell Harbadsj als het oude Haroseth. Maar Alt en Abel denken liever aan Tell ᶜAmar. Daar zijn cultuurresten van de vroege ijzertijd tot aan het Hellenisme, maar niet uit de bronstijd. Dit komt overeen met het feit, dat de naam Haroseth ontbreekt in de namen van steden, welke in Egyptische bronnen van die tijd over steden in Palestina spreken.
