Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

GOUD

betekenis & definitie

In de Oudheid was Arabië een land, dat g. leverde; 2 gebieden worden genoemd: Havila uit het Paradijsverhaal en Ofir. Buitengewoon groot was de invoer van g. tijdens Salomo, 1 Kon. 9 : 26—28.

Het g. werd van de vroegste tijden af hoog gewaardeerd, vooral voor sieraden, Gen. 24 : 22. De g.smid oefende ook in Israël zijn beroep uit, Richt. 17 : 4; Jes. 40 : 19; 41 : 7. Men wist het g. te doen smelten in de smeltkroes of oven, Spr. 17 : 3. Met de hamer werd het plat geslagen, Jes. 41 : 7. Dun g. werd gesneden om het in kledingstukken te weven, Ps. 45 : 14.

< >