Het woord g. komt in de St.Vert. twee maal voor: 1 Kon. 22 : 34 en de parallelle plaats 2 Kron. 18 : 33, als vertaling van het Hebr. debeq, „aanhangsel van het pantsier; stukken die daaraan vastgemaakt zijn.” Wat dat precies was, weet men niet. Noordtzij onderstelde, dat men hier moet denken aan de schouderstukken, die dienden om de borst en de rug van het pantsier met elkaar te verbinden.
Mogelijk, maar dan waarschijnlijk wel onder de oksel: Achab werd juist getroffen op het ogenblik, dat hij de arm ophief om een vijand te treffen.