Het woord coegāb, dat Gen. 4 : 21, Job 21 : 12; 30 : 31; Ps. 150 : 4 St.Vert. weergegeven wordt door „orgel”, luidt N.B.Gen. „fluit”. Waar in St.Vert. van Dan. 3 : 5 „pijp” staat, heeft N.B.Gen.: „fluit”.
Volgens de traditie zullen wij op al deze plaatsen moeten denken aan een soort doedelzak. Anderen denken bij deze f. liever aan de schalmei of herdersf., verschillende aan elkaar verbonden rietf. van verschillende lengte en dikte.