„grote boom”, Deut. 2 : 8; 14 : 22, of Eloth (meervoud) 2 Kon. 16 : 6; 2 Kron. 8 : 17, is een haven geweest nabij Ezeon Geber aan de Rode Zee, waaruit de schepen naar Ofir voeren. De stad lag in het gebied van Edom en alleen in tijden dat Israël sterk was had dit E. in bezit.
De klassieke schrijvers noemen de stad Aelana. Men heeft het meermalen aangegeven in El Akaba. Evenwel heeft Nelson Glueck opgravingen verricht in Tell el Kheleife, een kleine ruïne, die ongeveer een half uur gaans ten NW. van El Akaba gelegen is en slechts een halve km van het zeestrand: daar heeft hij Ezeon Geber gevonden, dat met E. in één adem wordt genoemd. Hij heeft zelfs een reconstructie gemaakt, hoe E. er in Salomo’s tijd uitzag (Nelson Glueck, The River Jordan, bl. 142).
