Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

EDEN

betekenis & definitie

een hof door God geplant tegen het O., Gen. 2 : 8. Het Hebreeuws kent een woord e. dat lust, liefelijkheid betekent, b.v. in Ps. 36 : 9; 2 Sam. 1 : 24; Jer. 51 : 34.

Men neemt evenwel aan, dat het woord E. ontleend is aan ’t Babylonisch, waar edinoe steppe of vlakte betekent, bij voorkeur het W.lijke oeverlandschap van de Beneden-Eufraat. De hof was geplant tegen het O. Tegen het O. (Kedem) is een uitdrukking, die ons in verband met andere gegevens in het O.T. over de „kinderen van het O.” verplaatst naar het N.lijk derde deel van Arabia Deserta. De rivier deelde zich in 4 armen; dat wijst naar het alluviale laagland, dat begint ten ZO. van de tegenwoordige stad Hit aan de Eufraat. Dit is al bij de grens van de tertiaire hoogten in de nabijheid van al-’Okaba. Wij moeten hierbij bedenken, dat de uitmonding van de Eufraat meer stroomopwaarts was dan thans, en de Perzische Golf zich verder naar het N. uitstrekte. In verband daarmee zoekt de bekende Oriëntalist A. Musil de plaats van E. aan de grens van het tertiaire hogere land en het lagere vlakke alluvium niet ver van el-Aswad, waar hij zich voorstelt een landstreek, die besproeid was door rivierarmen; beschut was door de omringende tertiaire hoogten, en naar het ZO. open lag voor warme winden. Het was een gebied niet ver van de zee; immers de wind des daags (Gen. 3 : 8) = zeewind, doet zijn werking tot 35 km van de zee gevoelen.

< >