Eden
Zie Ede
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Hof of tuin van Eden, het paradijs, woonplaats van het eerste mensenpaar; (fig.) weelderige tuin, lustoord; (fig.) volmaakte, idyllische plaats; volmaakte, zorgeloze periode. Zie ook Paradijs, Zondeval. In Genesis 2:8 wordt verhaald hoe God een tuin aanlegde in Eden, een plaats in Mesopotamië, waar volgens het bijbelverhaal een rivier stroomde die...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Hebr. heden = oorspr.: vreugde, vermaak] het aardse paradijs (Hof van Eden), volgens de Bijbel (Gen. 2:15) de verblijfplaats van Adam en Eva bij hun schepping; (fig.) paradijselijk oord, lustoord.
J. van Delden (1982)
afgeleid van een Bab. woord dat vlakte of steppe betekent, lag in Mesopotamië. Volgens het boek Genesis was het de woonplaats van het eerste mensenpaar. Eden gold als een vruchtbare plaats en is wel gezien als het symbool der vruchtbaarheid.
drs. L.A. Beeloo (1981)
landschap uit het Oude Testament, waarvan de geografische ligging niet meer is na te gaan: de „hof van Eden” betekent in de bijbel hetzelfde als het paradijs.
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
de tuin of „lusthof”, waarin de eerste menschen vóór den zondeval woonden. Soms ook de landstreek, waarin de tuin lag. Zie ook Paradijs.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: