Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

DOORN

betekenis & definitie

Zeer dikwijls komt in de H. Schrift de uitdrukking „doornen en distelen” voor als samenvatting voor het onkruid, dat om der zonden wil de arbeid van de mens verzwaart, Gen. 3 : 18.

Deze benaming moet niet systematisch opgevat worden, want zij omvat eigenlijk alle gedoornde planten, afgezien van de plaats, die zij in het plantensysteem innemen. Zij worden in de grondtekst onder tal van namen aangeduid, en het is zeer moeilijk te bepalen, welke soorten bedoeld worden.Op de akkers komt veel voor de laagblijvende Ononis natrix, het Stalkruid, met gele vlinderbloemen. De blaadjes zijn klein, maar door de rijke vertakking van de stengel en de weelderige groei is het een der lastigste onkruiden van Palestina. Deze plant geldt als een kenmerk voor goede tarwegrond. Waarschijnlijk moet de oorzaak hiervan gezocht worden in het bekende feit, dat zij, evenals andere Vlinderbloemigen (Papilionaceae), medewerkt tot het verhogen van het stikstofgehalte van de bodem. — Vooral in de omgeving van Kapernaüm, maar ook wel op andere plaatsen, vindt men de Jodend. (Zizyphus lotus). Deze is zeer moeilijk uit te roeien, vandaar dat de landbouwer dikwijls alleen maar de bovengrondse delen afsnijdt, zodat ze na de regentijd weer uitschieten en dikwijls het koren op de akker verstikken, Matt. 13 : 7. — De meest algemene d.struik in Palestina is het Doornige Bekerkruid (Poterium spinosum). Vooral waar de bodem een min of meer rotsige ondergrond heeft, kan deze struik het landschap beheersen, zoals bij ons de heidestruik. De plant draagt geveerde bladeren, de bloemen zijn vrij onopvallend, maar na de bloei vergroot de kelk zich sterk, wordt bekervormig, rood en min of meer vlezig. De doorns zijn vrij lang en geweivormig vertakt. Bij grote massa’s worden deze struiken verzameld om als brandstof te dienen onder de pot, waar zij met veel geknetter verbranden, maar weinig warmte geven, Pred. 7 : 6. Ook thans worden ze nog veel gebruikt in de kalkovens.

Het is niet uit te maken, van welke d.takken de doornenkroon van Christus gevlochten was, Matt. 27 : 29, maar zeker niet van de takken van de Christusd. (Zizyphus spina Christi). Deze plant heeft sterke doorns en lange takken, maar komt alleen in de kustvlakte, in de Z.lijke woestijn en in het Jordaandal voor. Zie ook Distel.

< >