1. Darius, de Meder, die genoemd wordt Dan. 6, 9 : 1, 11 : 1.
Volgens Dan. 6 : 1 ontving hij het koningschap, toen hij 62 jaar oud was. Volgens Dan. 9 : 1 was hij de zoon van Ahasveros en was hij koning gemaakt over het koninkrijk der Chaldeën. Waarschijnlijk was deze Darius koning gemaakt over Babylonië, nadat deze stad door Cyrus in 538 v. C. was ingenomen. Cyrus heeft dan zelf na enige tijd de regering van hem overgenomen. Wij weten niet, wie deze D. geweest is. Flavius Josephus denkt bij de vader van deze D., dus bij Ahasveros, aan Astyages. Dit zal wel zijn Astyages I, de grootvader van Cyrus. Misschien heeft Josephus D., de Meder, vereenzelvigd met Cyaxares II, de oom van Cyrus. Maar daar diens zoon Astyages II reeds in 550 de Medische troon verloor, is het niet waarschijnlijk, dat deze Cyaxares in 538 nog leefde. Het is mogelijk, dat Josephus Darius de Meder heeft vereenzelvigd met de veldheer Gobryas, die door Cyrus tot stadhouder over Babel werd aangesteld. Ook is mogelijk, dat D. een familielid van Cyrus was, die het koningschap over Babylonië ontving en Gobryas verving. De kwestie is nog niet opgelost.2. Darius Hystaspis, koning over Perzië 522—486 v. C. Deze grote Perzische koning komt in het O.T. voor in verband met de herbouw van de tempel te Jeruzalem door de wedergekeerde ballingen; vgl. Ezra 4 : 5, 24; 5 : 5—7; 6 : 1, 12—15, Neh. 12 : 22 (zie echter bij 3), Hag. 1 : 1; 2 : 11; Zach. 1 : 1, 7; 7 : 1. D. was de opvolger van Cambyses, de zoon van Cyrus, op de troon, nadat hij een mededinger, Gaumata of Pseudo-Bardes uit de weg had geruimd. Nadat hij verschillende opstanden had bedwongen, heeft hij het Perzische rijk opnieuw georganiseerd. D. was, evenals zijn zoon Xerxes, een vereerder van de god Ahuramazda of Ormoezd. Veel gebeurtenissen van zijn leven heeft hij meegedeeld in het beroemde Behistoen-inschrift, uitgehouwen in een rots. Niet in al zijn daden was D. voorspoedig. Hij leed nederlagen tegen de Scythen bij de Don. Ook verloren tijdens zijn regering de Perzen de beroemde slag bij Marathon in 490 v. C.
3. D. Nothus, koning over Perzië, 424—404 v. C. Het is mogelijk, dat deze D. bedoeld is in Neh. 12 : 22, een plaats, die dan hierboven sub 2. geschrapt zou moeten worden. Zie Jaddua.
4. D. Codomannus, 336—331 v. C. Deze Perzische koning werd door Alexander de Grote verslagen bij Issus in 333 en bij Arbela in 331 v. C.