„zoon van Sabbas, of zoon van de grijsaard, de geleerde, de grootvader”.
1. Eén der bijnamen van Jozef, die met Matthias op het tweetal werd gesteld om de plaats van Judas in te nemen, Hand. 1 : 23.
2. Bijnaam van Judas, die met Silas als helper van Paulus en Barnabas naar Antiochië werd gezonden, Hand. 15 : 22.