Hoogl. 8 : 11, een plaats, waar Salomo een wijngaard had. Het is zeer te betwijfelen, of dit hetzelfde is als Balamon Judith 8 : 3.
Abel brengt het in verband met Hamona, de naam der stad in het dal van Gogs menigte, Ez. 39 : 11. Maar 10 kan de vraag rijzen of de St.Vert. hier juist is; althans Noordtzij vertaalt in plaats van: „en ook zal de naam van de stad Hamon zijn” met een kleine verandering: „en aan zijn drukte is een einde gekomen”; 20 is dat dal van Gogs menigte vermoedelijk wel te zoeken in de vlakte van Megiddo — en het B. van Salomo zal men wel in het O.-Jordaanland moeten zoeken, omdat het Hoogl. spreekt van Kedar, Gilead, Hesbon in het Overjordaansc. Wellicht is B. ten O. van de Jordaanmond, waar in streken als Sibna (Jes. 14 : 8) en Abel Keramim wijngaarden waren. Abel brengt de naam van het dal „hā-àberim” (Ez. 39 : 11 St.Vert. „dal der doorgangen”) in verband met het Abarimgebergte en zoekt daarom Hamona en dus B. in de omgeving van Sibma.