Wat is de betekenis van Zilvermeeuw?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zilvermeeuw

lichtgrijze meeuw. meeuw met een witte kop, staart en onderzijde, een zilvergrijze rug en bovenzijde van de vleugels, een witte vlek in de zwarte punt van de vleugel, een rode vlek op de ondersnavel en roze poten, die meestal in kustgebied leeft. Voorbeelden: De zilvermeeuw is een algemene vogel van de kust en het binnenland. De jong...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zilvermeeuw

zilvermeeuw - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Larus argentatus een grote meeuwensoort van het Noord-Altantische gebied Een zilvermeeuw heeft een rode vlek op de ondersnavel.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zilvermeeuw

zilvermeeuw - zelfstandig naamwoord uitspraak: zil-ver-meeuw 1. zilverwitte meeuw ♢ de zilvermeeuwen steken mooi af tegen de blauwe lucht Zelfstandig naamwoord: zil-ver-meeuw de zilvermeeuw ...

2024-04-28
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Zilvermeeuw

De zilvermeeuw is een algemene vogel van de kust en het binnenland. De jonge zilvermeeuw is overwegend bruin en krijgt stap voor stap het verenkleed van de volwassene. De zilvermeeuw eet vrijwel alles, ook brood en patat. Hij broedt in kolonies in duingebieden. Omdat vossen de nesten daar vaak leegroven neemt de zilvermeeuw steeds vaker zijn toevlu...

2024-04-28
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Zilvermeeuw

Larus argentatus Pontoppidan 1763. Groot formaat (zilver)witte Meeuw met een lichtgrijze (zilvergrijze) mantel. In de Lage Landen de meest voorkomende grote Meeuw. Langs de kust een koloniebroedvogel, die de mensen al zeker enige eeuwen kenden als eierleverancier [Houttuyn 1763]. Het benoemingsmotief stamtws. uit Denemarken, waar de soort ook nu no...

2024-04-28
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Zilvermeeuw

De zilvermeeuw broedt graag in onze duinen; de 55 cm grote meeuw, die een gele snavel heeft met een rode vlek, is verder zilvergrijs; vandaar de naam.

2024-04-28
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ZILVERMEEUW

(Fr.: (sé)kob). Grote meeuwesoort, talrijke broedvogel op de eilanden. Ook in het binnenland, vooral op vuilstortingen. Rooft in broedtijd eieren en jonge vogels. Daarom wordt de stand beperkt gehouden.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zilvermeeuw

s., kob(be), sé-, fiskkobbe, sé-, blaumok, blauwe mok.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zilvermeeuw

v. (-en), zilverkleurige zeemeeuw (Larus a. argentatus).