lichtgrijze meeuw.
meeuw met een witte kop, staart en onderzijde, een zilvergrijze rug en bovenzijde van de vleugels, een witte vlek in de zwarte punt van de vleugel, een rode vlek op de ondersnavel en roze poten, die meestal in kustgebied leeft.
Voorbeelden:
De zilvermeeuw is een algemene vogel van de kust en het binnenland. De jonge zilvermeeuw is overwegend bruin en krijgt stap voor stap het verenkleed van de volwassene. De zilvermeeuw eet vrijwel alles, ook brood en patat. Hij broedt in kolonies in duingebieden. Omdat vossen de nesten daar vaak leegroven neemt de zilvermeeuw steeds vaker zijn toevlucht tot daken in steden.
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zilvermeeuw
Deze forse meeuw dankt zijn naam aan de zilvergrijze rug en bovenkant van de vleugels. De kop, hals en buik zijn wit, de vleugelpunten zwart met witte vlekjes. De poten zijn vleeskleurig. Op de gele snavel zit een rode vlek, waartegen de jongen pikken om de ouder voedsel op te laten braken. Zilvermeeuwen broeden in kolonies, waarna ze doorgaans elk jaar terugkeren. Dankzij zijn aanpassingsvermogen is de zilvermeeuw de talrijkste meeuw geworden van Europa en Noord-Amerika.
https://www.wnf.nl/dieren/dierenbieb-vogels/zilvermeeuw.htm
In de verte, boven het water van de gracht, scheerden zilvermeeuwen voorbij en in de kruin van de boom tjilpten mussen.
Daphne Buter, Alle vogels van de wereld, 2000
