Wat is de betekenis van Witjes lachen?

2024-04-29
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Witjes lachen

oorspr. zoveel als stilletjes, vriendelijk, blij, gelukkig lachen, vooral als gevolg van heimelijke blijdschap of tevredenheid; thans echter gebruikt in de zin van: zuinig lachen, als een boer die kiespijn heeft (Fr. rire jaune). Witjes is gevormd bij wit in de zin van vrolijk (vgl. Eng. white; Lat. albus, candidus), waarnaast in de 17de eeuw ook b...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Witjes lachen

D.w.z. stilletjes, vriendelijk, blijde lachen als gevolg van heimelijke blijdschap of tevredenheid; ook wel: zuinig lachen (als een boer die kiespijn heeft). Het bijw. witjes is gevormd van het bijv. naamw. wit in den zin van vroolijk (vlg. gr. [I]ÀSUKÔÇ,[/I] dat wit en vroolijk beteekent, waarnaast in de 17...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Witjes lachen

oorspr. zoveel als stilletjes, vriendelijk, blij, gelukkig lachen, vooral als gevolg van heimelijke blijdschap of tevredenheid; thans echter gebruikt in de zin van: zuinig lachen, als een boer die kiespijn heeft (Fr. rire jaune). Witjes is gevormd bij wit in de zin van vrolijk (vgl. Eng. white; Lat. albus, candidus), waarnaast in de 17de eeuw ook b...