wieberen
...
Marc De Coster (2020-2025)
(1969) (Barg.) weggaan; zich uit de voeten maken; ophoepelen. Ook imperatief: 'Ga toch wieberen!' Variant van het oudere 'zich wieberig maken', al opgetekend in het begin van de 19de eeuw. Wellicht van Hebreeuws 'wajiewrach ja'akow' (en Jakob vluchtte', zoals beschreven in Genesis 31:21, maar er wordt ook gezinspeeld op Hosea 12:13). Kijk ook ond...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2017)
Wieberen - (Barg.) hij is wieberen: hij heeft zich uit de voeten gemaakt, is op de vlucht geslagen. Maakje wieberig: zorg dat je wegbent. Wieberig in de zin van weg is terug te voeren tot Gen. 31:21 Hebr. wajiwrachjaakob (en Jacob vluchtte). Wat zal die geinmaker gelachen hebben toen hij merkte dat ik wieberen was... - Haring Arie, Tweede boek (19...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De verwensing ga wieberen! ‘ga weg’ is van Bargoense oorsprong. De emotionele betekenis is ‘ik heb een hekel aan je, maak dat je wegkomt’.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: