Wat is de betekenis van wc?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

WC

Who cares?

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wc

wc - Zelfstandignaamwoord 1. toilet. Ik ga even naar de wc. 2. toiletpot. Je bent de wc vergeten door te trekken. Woordherkomst Afkorting van watercloset Synoniemen [2] wc-pot

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wc

wc - zelfstandig naamwoord uitspraak: wee-cee 1. waar of waarop je poept of plast ♢ de deur van de wc stond open Zelfstandig naamwoord: wee-cee de wc de wc's ...

2025-07-15
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

wc

Plaats waar men zijn behoefte* kan doen. Een afkorting van het Engelse ‘water closet’, dit is een toilet* met waterspoeling. Een ‘closet’ is een afgesloten ruimte. Volgens het WNT door de Engelsen zo genoemd ‘omdat deze bij hen meestal met een watervergaarbak in het bovenste der woning verbonden zijn, uit welken een pijp water in de holte voert, wa...

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

wc

wc zn. 'toilet' categorie: verkorting Nnl. watercloset "geheim gemak, waar de faecaliën met water worden weggespoeld" [1884; Van Dale], Watercloset, veelal afgekort tot W.C. [1906; iWNT watercloset], W.C. "Watercloset, bestekamer met waterspoeling" [1909; Koenen]. Afkorting van watercloset [1906;...