Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

wc

betekenis & definitie

wc zn. 'toilet'
categorie: verkorting

Nnl. watercloset "geheim gemak, waar de faecaliën met water worden weggespoeld" [1884; Van Dale], Watercloset, veelal afgekort tot W.C. [1906; iWNT watercloset], W.C. "Watercloset, bestekamer met waterspoeling" [1909; Koenen].

Afkorting van watercloset [1906; iWNT watercloset], ontleend aan Engels water-closet 'privaat met waterspoeling' [1755; OED], een samenstelling van water, zie water, en closet 'privaat, kamertje, kast', zie closet.

In Engeland bestonden reeds toiletten met waterspoeling vanaf het eind van de 16e eeuw. In 1778 werd in Engeland patent aangevraagd op de stankafsluiting met water, in het patent water-closed (Kluge onder Klosett). Zie ook plee.

Fries: -

< >