Wat is de betekenis van Waterspreeuw?

waterspreeuw - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) (vogels) De (gewone) waterspreeuw Cinclus cinclus is een bruine, bolle zangvogel met witte borst uit de familie van waterspreeuwen Cinclidae. Het zijn vogels die voorkomen bij stromend water. Woordherkomst samenstelling van water en spreeuw

Waterspreeuwen zijn strikt gebonden aan oevers van zoet water, in de broedtijd aan heldere beken en riviertjes. Alles aan deze vogel is aangepast aan een nat leven. Onder water gebruiken waterspreeuwen vleugels en poten om zich voort te bewegen. Hun ogen schermen ze af met een transparant membraan. De voorkeur gaat uit naar wateren met een stenige...

Cinclus cinclus (Linnaeus: Sturnus) 1758. De enige europese Zangvogel, die ónder water zijn voedsel kan vinden. De vogel is bijna zo groot als een Spreeuw en heeft ook de overwegende donkere kleur van deze, maar de borst is wit. In de Lage Landen broedt de middeneuropese ondersoort (zie Roodbuikwaterspreeuw) aan (berg)beekjes, maar in N is d...

een soort spreeuw die in de omgeving van bergbeken leeft en zich voedt met waterinsekten en slakken, die hij uit het water opduikt. In Zuid-Limburg is de waterspreeuw et n zeldzame broedvogel.

s.; Noord-Europese —, wetterlyster.

m. (-en), een soort van spreeuw (Cinclus cinclus aquaticus), die de zonderlinge eigenschap heeft van te water te gaan en die met behulp zijner vleugels kan duiken ; in ons land komt hij zelden voor ; Noordeuropese waterspreemv (Cinclus c. cinclus).

(Cinclus cinclus), zangvogel met hoge afgeplatte snavel, blauwgrijs tot zwart. Bergbewoner, hier zeldzaam. In holen aan de kant van bergketen en watervallen.

soort spreeuw, die zich in ondiepe wateren begeeft en o/d bodem loopt of zelfs door zijn vleugelbewegingen tracht te zwemmen; in Ned. zelden voork.

Cinclus cinclus. Deze zeldzame broedvogel heeft kop en nek donker chocoladebruin; bovenzijde donker leikleurig; kin, keel en bovenborst wit, verder van onderen donkerbruin. Schiet onder water door om zijn prooi te vangen. Twee vormen van deze soort zijn in onze streken waargenomen, nl. de Noord- en de Midden-Europeesche.