Wat is de betekenis van Wagenpark?

2024-03-29
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Wagenpark

Aantal wegvoertuigen dat op een bepaalde datum in een land voor gebruik op zijn openbare wegennet is geregistreerd. Bron: Eurostat manual. Gebouw waarin voorraden worden opgeslagen, hergroepering van goederen plaatsvindt en/of goederen worden overgeladen in een ander transportmiddel. Bron: Begrippen in de logistiek.

2024-03-29
Logistieke begrippen omschreven

Redactie Ensie (2016)

Wagenpark

Het wagenpark is het geheel aan voertuigen dat een onderneming in haar bezit heeft. Het wagenpark kan op verschillende manier samengesteld zijn, afhankelijk van het soort werkzaamheden waarmee de onderneming zich bezighoudt. Wanneer een onderneming een groot wagenpark heeft kan het verstandig zijn om een wagenparkbeheerder aan te stellen. Bij klein...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wagenpark

o. (-en), plaats waar de wagens van zekere dienst opgesteld worden, en vervolgens die wagens zelf.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Wagenpark

Het w. van een spoorwegmaatschappij omvat het rollend materieel. Algemeen kenmerk van een spoorweg-w.: het materieel is bestemd voor beweging over rails (niet steeds uitsluitend, vergelijk den Michelin-railauto): is voorzien van wielen met flenzen. Uit de verschillende eenheden van een w. vormt men treinen van zeer uiteenloopende samenstelling, al...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wagenpark

o. (-en) park, verzameling van wagens.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wagenpark

o. (-en), plaats waar de wagens van een bepaalde dienst opgesteld worden; (ook: autopark), die wagens zelf; al de beschikbare wagens, resp. auto’s.