Wat is de betekenis van vrijloop?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijloop

m., toestand waarbij een motor doorloopt terwijl de koppeling niet ingeschakeld is : hij had de motor in de vrijloop gezet.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vrijloop

vrijloop - Zelfstandignaamwoord 1. (werktuigbouwkunde) stand van de versnellingsbak waarbij de verbrandingsmotor vrij kan lopen zonder aandrijving van de wielen 2. (werktuigbouwkunde) mechanisme waardoor men bij een fiets de trappers stil kan houden terwijl de fiets toch rijdt vrijloop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eer...

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vrijloop

schakelstand waarbij het aandrijfmechanisme geen kracht uitoefent op de wielen. Bij een auto of motorrijwiel moet men daarvoor „debrayeren” of ontkoppelen. Bij een fiets gebeurt dit automatisch door een constructie in de achternaaf, die bestaat uit een tandradvormig lichaam, dat bij het trappen enkele rollen tegen de binnenkant van de n...

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrijloop

('vrij) m. het vrijlopen.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vrijloop

m., toestand van een installatie met gedreven en aandrijvend deel, waarbij het gedreven deel stilstaat, het aandrijvend deel draait en de verbindende koppeling in uitgeschakelde stand verkeert.

2025-07-15
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)