vooruitgaan
vooruitgaan - Werkwoord 1. ergatief naar voren gaan 2. ergatief vooruitgang boeken, vorderingen maken 3. enige tijd van tevoren gaan Woordherkomst samenstelling van vooruit(bijwoord) en gaan(werkwoord) Verwante begrippen opschieten, vlotten, voortbewegen, vooruitkomen, vorderen, veld winnen