Wat is de betekenis van voorspel?

Alle tijd en voorbereiding die je neemt voor de daadwerkelijke neukpartij begint, kun je voorspel noemen. Het zijn de dingen die je samen doet om opgewonden te worden. Dit kan van alles zijn. Tongen, strelen, vingeren, aftrekken, likken, vieze woordjes in elkaars oor fluisteren, alles waar je dan ook maar geil van wordt. De een is de ander niet De...

vóórspel - Zelfstandignaamwoord 1. een voorbereidende inleiding op een geschiedenis, verhaal, toneel- of muziekstuk ♢ Het ingetogen voorspel tot de derde akte. 2. het ter beoordeling geheel of gedeeltelijk uitvoeren van een muziekstuk ♢ Een vast onderdeel van het to...

voorspel - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-spel 1. muziek die als inleiding wordt gespeeld ♢ het voorspel bestond uit een prachtige oude melodie 2. erotische handelingen die aan de coïtus voorafgaan ...

Alles wat je bij vrijen samen doet voordat je geslachtsgemeenschap hebt. ‘Geslachtsgemeenschap’ is, net als ‘coïtus’, het medische woord voor het steken en bewegen (‘neuken’) van de stijve piemel in de vagina. Sommige mensen vinden ‘voorspel’ geen goed woord omdat het je laat denken dat bij vrijen alles om neuken gaat. Alle andere dingen die mensen...

1. inleiding; proloog; spel v/d voorhoede (voetbalspan); voorgespel, spel vir ander om na te doen. 2. profeteer, waarsê.

s.n., foarspul (it).

o. (-en), 1. voorafgaand, tot inleiding dienend spel, proloog (indien gesproken) of (muz.) preludium ; 2. wat onmiddellijk aan een belangrijke gebeurtenis voorafgaat en deze inleidt: het voorspel van de oorlog; — feestelijkheden die een bruiloft voorafgaan (inz. in de vorm voorspul); 3. (bijent.) het voor de kast of korf op en...

o. -spelen; 1. muz. preludium: een voorspel op het orgel; 2. ton. voorafgaand spel: het voorspel v. Gijsbrecht v. Aemstel; 3. allereerste begin: het voorspel der Franse revolutie.

1° (muziek), a) zie ➝ Praeludium; Ouverture, b) Zie ➝ Beiaard. 2° (Tooneel) V. of gespeelde ➝ proloog is een korte eenacter, welke soms aan een drama voorafgaat, om het begrip of den gemoedstoestand der toeschouwers voor te bereiden; bijv. in Goethe’s Faust.