Wat is de betekenis van Volbrengen?

2024-09-10
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-09-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volbrengen

volbrengen - Werkwoord 1. (ov) geheel uitvoeren Hij volbracht daarmee een waar meesterwerk. Woordherkomst samenstelling van vol en brengen Synoniemen tot stand brengen

2024-09-10
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Volbrengen

Het is volbracht, de laatste woorden van Jezus aan het kruis; (in ruimere toepassing) het is gedaan, het is gebeurd; uitspraak na beëindiging van een zware inspanning. De bijbeltekst komt uit Johannes 19:30 en betekent eigenlijk: ‘Dat wat voorspeld is, is vervuld’. Het zijn de laatste woorden van Jezus direct voor zijn dood aan het kruis, door hem...

2024-09-10
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volbrengen

volbrengen - onregelmatig werkwoord uitspraak: vol-bren-gen 1. helemaal uitvoeren ♢ hij heeft zijn taak volbracht Onregelmatig werkwoord: vol-bren-gen ik volbreng jij/u volbrengt...

2024-09-10
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volbrengen

v., folbringe.

2024-09-10
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-09-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volbrengen

(volbracht, heeft volbracht), 1. ten einde toe uit voeren, voleindigen, inz. met het bijbegrip dat het iets moeilijks of gewichtigs is : een reis, een taak volbrengen ; — het is volbracht, laatste der kruiswoorden van Jezus (Joh. 19 : 30); 2. ten uitvoer brengen : een bevel, een opdracht volbrengen.

2024-09-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

volbrengen

onr. w.w., volbracht, h. volbracht (voleindigen, ten einde brengen): het is volbracht, een (verheven) taak is afgewerkt.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-09-10
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volbrengen

(vol'brengən) (volbracht, heeft volbracht) 1. ten einde toe brengen : een taak –; het is volbracht, een verheven taak is afgewerkt. →: dagwerk. Syn. →: afdoen. 2. uitvoeren : een bevel –. Syn. nakomen.