vlotte, h. gevlot (drijven; fig. gemakkelijk, licht gaan): vlottende balken; fig. het werk wil maar niet vlotten, van de hand; een gesprek wil soms niet vlotten, gelukken; een vlottende schoolbevolking, afwisselend; vlottend (of: omlopend) kapitaal, goederen, die door eenmaal gebruik verdwijnen (verbruik door gebruik) b.v. vlas, bewerkt tot linnen, vlottende middelen, a) vlottend kapitaal, b) beschikbare gelden, contanten, c) vlottende schuld; vlottende schuld, staatsschuld op korte termijn b.v. bij tijdelijke schaarste van munt om de gewone uitgaven te dekken: schatkistbiljetten, zilverbons enz.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
